Plots, midden in een les, verdwijnt een leraar: hij is gepoeft. De kinderen gaan de klas uit en komen tot de vaststelling dat in hun stadje alle volwassenen en kinderen ouder dan vijftien jaar zomaar verdwenen zijn. TV, telefoon, internet ... kunnen geen signalen meer ontvangen en rond hun dorp komen ze een muur tegen waar niemand over kan. Ze zijn volledig van de buitenwereld afgesneden. Er ontstaat chaos en Sam neemt de leiding. Caine is het daar echter niet mee eens. Hij en zijn bende voeren een echt schrikbewind. Sommige kinderen hebben paranormale gaven: Sam kan met zijn handen iets doen ontvlammen, Caine kan personen en voorwerpen verplaatsen ... Als blijkt dat Sam en Caine tweelingbroers zijn, stijgt de spanning. Sams vijftiende verjaardag nadert en hij wil, vooraleer hij weggepoeft wordt, Caine uitschakelen. Een boeiend geschreven boek, de spanning stijgt naarmate de tijd verloopt. Dit wordt benadrukt doordat de titels van de hoofdstukken de uren en de minuten weergeven tot het moment dat Sam verjaart. Jammer dat er veel bruut geweld in het verhaal voorkomt: onwillige kinderen worden door de bende van Caine gedood, hun handen worden vastgegoten in betonblokken ... Op het einde van het boek leven de kinderen nog steeds afgezonderd van de buitenwereld, zodat een vervolgdeel waarschijnlijk lijkt.